hoeveel-geld-mag-je-lenen-van-je-loon-voor-een-huis
Hoeveel geld mag je lenen van je loon voor de aankoop van een huis?
31 maart 2025
Stel: je ziet je droomhuis passeren op Immoscoop. Hoeveel geld kan je dan lenen voor een huis? Hoeveel procent van je inkomsten kan er maandelijks af voor jouw hypotheek? En hoeveel wil je nog overhouden voor reisjes, restaurantbezoeken of een regelmatige kappersbeurt? In deze blog bekijken we wat de banken in rekening brengen en waar je zelf op moet letten.
Wil je geld lenen voor een huis, dan klop je in de meeste gevallen aan bij een kredietinstelling. Meestal is dat een bank. Soms ook een verzekeringsmaatschappij, een online kredietaanbieder of alternatieve instanties zoals het Vlaams Woningfonds.
Om in te schatten of je in aanmerking komt voor een lening houdt de bank rekening met je inkomen, je eigen inbreng, de looptijd en rentevoet. Wat uitleg bij elk van deze punten.
Wat is je nettoloon? Heb je een contract van onbepaalde of tijdelijke duur? Ben je vast in dienst of zelfstandige? En hoeveel jaren anciënniteit heb je opgebouwd? Het zijn allemaal zaken waar de bank naar kijkt om te zien of je kredietwaardig bent voor een lening en hoeveel je mag lenen van je loon.
Hoeveel procent van de aankoopsom kan jij al op tafel leggen? Heb je nog niets gespaard? Dan ga je best eens aankloppen bij je ouders of een suikertante. De meeste banken eisen een eigen inbreng van minstens 20 % . Deze 20% bestaat uit een eigen inbreng van minstens 10% van de aankoopprijs. De overige 10% heeft betrekking op allerlei kosten die je altijd zelf moet betalen, zoals de notariskosten, waarvoor je dus niet kan lenen.
Voor de looptijd van je hypotheek wordt er gekeken naar je leeftijd. Heb je nog genoeg jaren voor de boeg? Dan kan je kiezen voor een lange looptijd. Met een kortere looptijd is je maandelijks bedrag hoger, maar betaal je je lening sneller en met minder intrest af.
Vandaag leunt de rentevoet aan tegen de 3%. Hoe dit zal evolueren? Dat kan ook de bank niet met zekerheid voorspellen. Vandaag adviseren veel kredietinstellingen een vaste rentevoet: je start en eindigt aan hetzelfde percentage. Kies je voor een variabele rentevoet? Dan wordt je rentevoet herzien na 1, 3 of 5 jaar: een iets groter risico dus.
De 1/3e regel is een vuistregel die vaak wordt gebruikt bij het lenen voor een huis. Het betekent dat je maximaal een derde van je bruto maandinkomen mag besteden aan je woonlasten. We spreken dan niet alleen over je hypotheek (de aflossing + rente), maar ook over bijkomende kosten zoals je verzekeringen, onderhoudskosten …
Deze regel mag dan een goeie indicatie zijn: in de praktijk spelen er meer factoren een rol bij het bepalen van je maximale maandlast: los je alleen af of met zijn twee, heb je nog andere leningen lopen, wat is je rente, je leeftijd, je gezinssituatie … Voor de één is 1/3 gewoon te veel, voor de andere mag het gerust nog wat meer zijn. Sommige kredietinstellingen staan tot 60 % leenlasten toe. Ga dus zeker bij je bank langs voor advies.
(Met woonlasten, maandlasten, leenlasten of kredietlasten wordt vaak hetzelfde bedoeld.)
Wat de banken ook adviseren … Wees altijd kritisch. Neem je voorstel onder de loep en krijg inzicht in al je kosten via de simulator bij elk zoekertje op immoscoop.be. Naast de aankoopprijs van je woning en de renovatie, moet je ook rekening houden met heel wat andere kosten. Heb je daarnaast nog andere leningen lopen? Dan mag je uiteraard ook die niet uit het oog verliezen.
Krijg inzicht in al je kosten via de simulator bij elk zoekertje op immoscoop.be.
Het bedrag dat je elke maand minstens moet overhouden om al je kosten te betalen - denk aan voeding, kleding, verzekeringen, energie, medische kosten … - noemen we je minimum leefoverschot. Hou hier ook rekening mee bij het bepalen van je woonlasten. Voor een alleenstaande is dit minimum leefoverschot rond de 950 euro, voor een koppel rond de 1350 euro. Voor je eerste kind reken je best + 350 euro, vanaf 2 kinderen ga je best uit van 450 euro. De som van je leenlast en je leefoverschot noemt de bank je terugbetalingscapaciteit.
Voor een alleenstaande is dit minimum leefoverschot rond de 950 euro, voor een koppel rond de 1350 euro.
Wie wil lenen voor een huis, denkt best ook aan een financiële buffer. Je job verliezen, ziek worden, een wasmachine die het begeeft of een relatie die op de klippen loopt … Een appeltje voor de dorst is altijd een goed idee. Daarnaast kan je ook extra geld opzij zetten voor reisjes, vrije tijd, verbouwingen, een extra opleiding, pensioensparen …
Naast je kosten neem je best ook al je inkomsten eens onder de loep. Wat is het totaalplaatje? Zijn er naast je loon nog extra verdiensten zoals alimentatie, bijverdiensten, verhuur van andere eigendommen … Voor je naar de bank stapt, breng je je totale inkomen best al eens in kaart.
Met onze simulator bekijken wat voor jou haalbaar is?